Het is donderdagmiddag. De telefoon gaat. In het schermpje van mijn smartphone popt de naam op van een klant die regelmatig belt. Meestal met kleine probleempjes die zo zijn op te lossen of voor het stellen van een vraag. Het is alweer een tijdje geleden dat we elkaar hebben gesproken.
Ik neem vrolijk op: “Heee, meneer XXXXX, hoe is het?” Het blijft even stil. Dan hoor ik de stem van zijn vrouw. “Hoi Henk, ik heb even het toestel van mijn man gepakt, ik had je adres niet.” Ik reageer verbaasd. “Henk, ik heb een klotebericht. Mijn man is dood….”
Even stokt mijn adem, heb ik dat goed gehoord? Ja natuurlijk, we zullen er allemaal eens aan moeten geloven, maar soms gaat dat zo snel en zo onrechtvaardig. Ze gaat verder, “je weet dat hij al gezondheidsklachten had, ernstige zelfs. Eind december ging het ineens zo hard dat ik hem met moeite met een ambulance naar het ziekenhuis heb gekregen. Dat was op 30 december. Hij is 1 januari gestorven. Helaas op een verschrikkelijke manier, gillend van de pijn.” Haar beschrijving van de laatste momenten gaan me door merg en been.
Ik voel mijn bloed uit mijn gezicht trekken. Dit is de tweede klant waarvan ik onverwacht zo’n bericht krijg. Nooit meer zijn grapjes, nooit meer zijn roep om hulp. Ik ga hem missen.
Zijn vrouw heeft gelukkig alle hulp en is druk met het afhandelen van al het noodzakelijke. Het is de tweede echtgenoot die haar achterlaat. Gelukkig is het een sterke vrouw. Maar het feit blijft.
Ik weet dat mensen die iemand hebben verloren en zich groot houden later de klap gaan krijgen. Want die komt onherroepelijk.
Ze beloofd me binnenkort nog een keer te bellen. Ik neem afscheid van haar, wens haar alle sterkte toe en hang op. De dag is ineens een stuk donkerder. Het duurt even dat ik van de schrik bekomen ben. Rust zacht kerel, je bent nu pijnloos, maar je laat wel een leegte achter. Het ga je goed.