
Het aantal bekende internetprogramma’s (browsers) blijft stabiel. Slechts een paar domineren de markt. Volgens de statistiekensite Statcounter is de verdeling als volgt:
- Chrome: 63.63%
- Safari – 19.37%
- Firefox – 3.65%
- Samsung Internet – 3.49%
- Edge – 3.24%
- Opera – 2.16%
Hoewel Microsoft krampachtig probeert om Chrome van de troon te stoten is het verschil enorm. Onlangs heeft Microsoft besloten om hun Edge ook te laten werken met Chromium als ‘motor’. Een opvallende stap want Chromium is ontwikkeld door…. Google. Ook Chromium, zoals gezegd een project van Google, is een programma om internetpagina’s te bekijken. Het verschil tussen Chrome en Chromium is, dat Chromium een open source karakter heeft.
Open source

De term open source zal je vast al vaker zijn tegengekomen. Maar wat is het?
Elk computerprogramma, dus ook pagina’s op een website, worden geschreven in een codetaal. Deze code wordt ook wel ‘bron’ genoemd. In het Engels wordt dat ‘source’ genoemd. Naast de code die angstvallig geheim gehouden wordt en in beheer van de fabrikant is, bestaat er ook een vrijgegeven code. Daar staat de ‘open’ voor. Open source is dus niets anders dan de broncode van een programma die vrijgegeven is om door iedereen met kennis van de gebruikte codetaal te laten wijzigen.
Chrome vs Chromium
Chrome wordt beheerd door Google. De vrijgegeven versie hiervan is dus Chromium. Daarmee is ook verklaard waarom Microsoft de code van Chromium kon gebruiken. Wat is nou beter?
Gebruikers van Chrome kunnen wel wensen kenbaar maken, maar het is uiteindelijk Google die besluit of zo’n wijziging wordt doorgevoerd of niet. Open source is wat dat betreft flexibeler.
Zijn er veel gebruikers die dezelfde wens hebben, is de kans groot dat een groep programmeurs die aanpassing doorvoeren.
Acceptatie door bedrijfsleven
Juist het vrijgevochten karakter van open source, -er is namelijk geen ‘baas’ van het programma- zorgt er voor dat het bedrijfsleven open source (nog) niet heeft omarmd. Die willen liever een partij waar ze afspraken mee kunnen maken op het gebied van continuïteit en service bij problemen. Ook veiligheid speelt hierbij een grote rol. Een regulier (dus niet open source) programma is ontwikkeld door een bedrijf dat je, wanneer dat noodzakelijk is, verantwoordelijk kunt stellen.
Toch heeft open source bewezen dat het wel degelijk stabiel en veilig kan zijn. Anders groot pluspunt… open source programma’s zijn gratis!
Open source, prima alternatief voor smalle beurs
Voor mensen met een smalle beurs zijn veel programma’s niet of nauwelijks te betalen. Is je hobby bijvoorbeeld fotograferen dan is een fotobewerkingsprogramma een must. Het bekende Adobe Photoshop kost al gauw € 99, 95. Het programma Lightroom €143.95
Wordt dat te kostbaar, kijk dan eens naar open source alternatieven, zoals:
- GIMP
GIMP is een fotobewerker met talloze mogelijkheden. - Paint.NET (Windows)
Dit is een fotobewerkingsprogramma dat alleen voor Windows werkt. - Pixlr
Pixlr is voor velen favoriet! Je kunt gebruik maken van een web-based programma, maar er zijn ondertussen ook al Pixlr-webapps ontwikkeld gezien de groeiende populariteit. Er is zelfs een app voor iOS en Android. - Inkscape
Inkscape is al een ietwat ouder programma, maar is door de benodigde updates nog steeds prima te gebruiken. - Pixia
Een gratis fotobewerkingsprogramma voor Windows.
Niet alleen voor fotografen is open source interessant. Wist je dat er een prima open source alternatief voor Microsoft Windows is? Dat is een versie van Linux, geheel gratis. Maar ook voor Microsoft Office is een gratis alternatief, namelijk Open Office of het hiervan afgeleide LibreOffice.
Wil je over dit onderwerp meer weten? Vraag het me gerust.